Fretten zijn erg leuke en speelse dieren. Veel fretten-eigenaren hebben een bijzondere band en veel plezier met deze kleine speelse dieren. Het zijn sensitieve (gevoelige) dieren. Ze zijn zeer goed in staat om stemmingen en gevoelens van mensen op te pikken. Ze reageren daar ook op. Dit is een van de redenen waarmee de hechte band tussen een fret en zijn eigenaar is te verklaren.

Afstamming en domesticatie

 
 “Lady with an ermine”
(schilderij van Leonardo da Vinci,
ongeveer 1490)


De fret is één van de drie carnivoren (naast de hond en de kat) die is gedomesticeerd. Hij stamt waarschijnlijk af van de Europese bunzing (Mustela putorius). De eerste aanwijzingen van domesticatie zijn al vanaf 450 jaar voor Christus. Ze werden in eerste instantie gehouden voor de jacht op knaagdieren en konijnen.

In Amerika werd de fret pas in de 19e eeuw geïntroduceerd via schepen, waar ze gebruikt werden om de ratten te vangen. Sinds 1900 wordt de fret ook in het laboratorium ingezet als proefdier voor biomedisch onderzoek.

Pas de laatste 50 jaar wordt de fret ook als gezelschapsdier gehouden. In Amerika behoort de fret reeds bij de populairste huisdieren. In Europa is de fret als gezelschapsdier sterk in opkomst.

Kleurvarieteiten
In grote lijnen zijn er de volgende kleuren bij fretten te onderscheiden:

  • De albino: De pasgeboren pups zijn sneeuwwit. Met het ouder worden, wordt de vacht geler van kleur door het huidvet. De ogen zijn rood van kleur door het ontbreken van pigment.
  • De wildkleur: Deze lijkt het meest op zijn voorouder de bunzing. De kleur van de dekharen varieert van zwart tot bruin, lichtbruin en beige. De ondervacht is wit tot geel. Alle kleurtinten hebben in meer of mindere mate de tekening van de bunzing met een gezichtsmasker en donker gekleurde poten en staart.
  • De “Sandy colour” of “Cinnamon” is een variant van de wildkleur fret en heeft een melkchocolade kleur, een lichtgele ondervacht en meestal weinig masker.

De wildkleur en sandy-colour kunnen ook aftekeningen hebben. De meest bekende aftekening is de 'witvoet'. Witvoeten hebben witte voetjes (of tenen), weinig masker, soms een witte bef en vaak verschillende witte dekharen tussen de donkere haren door. Hieronder een aantal verschillende kleuren en aftekeningen. Bovenaan: Dark-eyed-white, Blaze wildkleur, wildkleur (beide grote foto's), sandy-color en albino.

In Amerika zijn uitgebreide kleurkaarten in omloop met specifieke benamingen voor bepaalde kleuren en aftekeningen. Deze vindt u hier.

Angorafretten en 'specials'
Er worden door sommige fokkers ook Angora (langhaar) fretten gefokt, deze hebben langere dekharen dan de gewone fret. Vaak hebben deze ook kleine gekrulde haren in hun neusgaten.

Het fokken van speciale kleuren en langhaarfretten kan - zoals dat al overduidelijk al bij de honden en katten het geval is- gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Fretten met veel wit aan hun kop zoals bij de volgende kleurvarieteiten: de Panda, de Dark-eye-white en de Blaze, hebben regelmatig last van aangeboren, erfelijke doofheid. Hieronder een foto van een (dove) Panda:

Gedrag
De toenemende populariteit heeft de fret waarschijnlijk te danken aan zijn speelse karakter. Zijn gedrag is actief, komisch en sociaal naar de mens. Er wordt een goede band opgebouwd met de verzorger.
 Waarschijnlijk is de fret zo speels, omdat het een roofdiertje is. Via het spelen leren de pups het jagen en ook het verdedigen van hun territorium. Een fretje zal ook altijd naar je toe komen en je uitnodigen tot spelen. Vooral jonge fretten zijn zeer speels en actief en houden er niet van om lang vastgehouden te worden. Ze spelen en onderzoeken hun omgeving eigenlijk voortdurend als ze wakker zijn. Naarmate de fret ouder wordt, neemt zijn activiteit wat af en zal hij meer slapen. Nieuwsgierig zijn ze ook, ze kruipen overal onder, tussen en in.

Fretten zijn van nature territoriale dieren en hebben het liefst geen andere fretten in hun leefruimte. Het "spelen" wat fretten doen is geen spelen maar afgezwakt territoriaal-, sexueel- of jaag gedrag.

Fret aan tuigje

Als een fret buiten komt, zal deze door nieuwsgierigheid steeds verder van het huis weglopen en helaas meestal de weg niet meer terug kunnen vinden. Daarom kunt u ze buiten het beste alleen aan een tuigje meenemen. Als u een tuin heeft en die “fretproof” kunt maken, zodat het diertje er niet uit kan, dan vinden de meeste fretten het heerlijk om in de tuin rond te rennen en alles daar te onderzoeken.

Fretten houden ervan om nieuwe dingen te ervaren, nieuwe dingen te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbieden van speelgoed als tunnels, balletjes, een zandbak om in te graven.enz.
Planten uitgraven is helaas onweerstaanbaar voor hen. U kunt dit ondervangen door de kamerplanten wat hoger te zetten of kippengaas over de plantpot aan te brengen.

 De aankoop

foto fret

  • Koop een fretje bij een goede fokker/fokster waar de jonge fretjes vrij zijn van oormijt, zijn gechipt en hun eerste enting hebben gehad. Let hierbij op de gegeven voeding. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het geven van prooidieren en rauw vleesvoeding (KVV, Carnibest, Haaks Barf e.d.) bij jonge fretten gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. De jonge pups hebben namelijk hun afweer nog niet op orde en zijn erg gevoelig voor de bacteriën en parasieten die rauw vlees bevat. 
    Vraag naar de ouderdieren welke vriendelijk en goed hanteerbaar horen te zijn. De kooien schoon en ruim. Pups kunnen vanaf 9 à 10 weken bij een nieuwe eigenaar geplaatst worden.
    Goede fokkers geven veel informatie vooraf, zijn selectief in hun keuze van nieuwe eigenaars voor de jonge pups en geven langdurig begeleiding na het ophalen van het pupje.

  • Haal een fretje uit de opvang als je begaan bent met het lot van deze gevonden of gedumpte fretjes. De opvang van "Stichting de Fret" heeft veel kennis betreffende de huidige ontwikkelingen op het gebied van fretten.

  • Neem een gewone standaard fret (wildkleur, sandy of albino). Fretten met speciale kleurtjes: de “specials” of angora (langhaar) fretten hebben meer kans op aangeboren en erfelijke gebreken.

  • Neem geen fret waar bunzingbloed in de voorouders zit, de zogenaamde "frunzing". Dit zijn fretten die erg snel gestresst zijn. Ze voelen zich al snel onveilig en hebben meer gezondheidsproblemen door deze stress. Ze vallen tussen wal en schip. Te zeer fret om in de natuur te kunnen overleven en te veel bunzing om zich veilig te voelen bij de mens. Vaak zijn ze fel en bijten makkelijk.

  • Neem één fret. Fretten die alleen leven hebben, doordat zijn veel minder territoriale stress ervaren, een veel betere gezondheid. Voor meer informatie hierover zie ook “Fretten zijn solitaire dieren” op de website van de Frettenkliniek. 

De verzorging

  • Verschoon elke dag de poepbak, dat wil zeggen schep de natte plekken en de poep eruit en leeg 1-2x per week de gehele bak en maak deze goed schoon met heel heet water. Ontlasting die blijft liggen is een bron voor secundaire infecties. Bekijk ook elke dag de ontlasting en maak van afwijkende ontlasting een foto om deze aan de dierenarts te laten zien.
  • Elke week het fretje wegen op een weegschaal is een belangrijke tool om de gezondheid in de gaten te houden. U kunt dit bijhouden in een bestandje op de computer of gewoon in een schriftje. Als een fretje geleidelijk meer gewicht verliest dan normaal in een bepaald jaargetijde, kan dat een duidelijke aanwijzing zijn voor ziekte. Meer dan 10% gewicht verlies in de zomer is afwijkend, maar als er nog een laagje vet op de ribben aanwezig is dan is het mogelijk geen probleem.

  • Als u regelmatig 1x per 1-3 weken de nageltjes knipt blijft het fretje hier niet mee in doeken of hangmatjes hangen. Gescheurde kruisbanden komen regelmatig voor wanneer een fretje aan een nageltje blijft hangen.

  • Controleer regelmatig het beddengoed van uw fretje of er geen “halen” (door te lange nageltjes) of gaten (door het knagen: een ernstig teken van misselijkheid) aanwezig zijn.

  • Een jaarlijkse enting tegen Hondenziekte is aan te raden. Minstens zo belangrijk is een jaarlijkse gezondheidscheck én het bijpraten over nieuwe ontwikkelingen in de fretten-diergeneeskunde.
  • Tijdens de rui kan om de dag 1 cm laxeerpasta voor de kat (b.v. Kat-a-lax®) worden gegeven om haarballen te voorkomen.
  • Na contact met andere fretten, voor/na het in pension gaan en na een frettendag is het aan te raden om met Stronghold® preventief tegen oormijt te behandelen. Voor de dosering zie "oormijt bij de fret"
  • Implantaten voor een chemische castratie/sterilisatie zijn een veel beter alternatief dan chirurgie. Deze implantaten hebben namelijk tevens een positief effect op de bijnieren. Zie info over "implantaten".