Mannelijke fretten ('rammen') hebben een penis onder de buik, op 'navelhoogte'. Deze is verborgen in een soort zakje. In de penis is het penisbotje in een J-vorm goed voelbaar. Dit 'haakje' kan soms achter de tralies van de kooi blijven hangen, wat zeer pijnlijk is.
Tijdens het bronstseizoen (van december t/m het voorjaar) zijn de testikels goed zichtbaar als 2 flinke knikkers gelegen net onder de anus. Buiten dit seizoen zijn de testikels veel kleiner en meer ter grootte van een erwt.
De testikels van een mannetje, de vacht eromheen is geschoren
Waarom castreren?
Mannetjes bereiken de pubertijd als ze 4-9 maanden oud zijn. Ze zijn seksueel actief in het bronstseizoen van (doorgaans) december tot juli.
Een mannetje, waar niet mee wordt gefokt, kan meestal het beste worden gecastreerd. Castratie maakt ze makkelijker in de omgang en verminderd de karakteristieke sterke geur. Indien een mannetje bij een andere fret(ten) wordt gehouden, is castratie een noodzaak. Ongecastreerde dieren hebben door hun opspelende hormonen een veel natuurlijker (territoriaal) gedrag dan gecastreerde dieren. Dat is de reden dat ongecastreerde mannetjes vrijwel niet met andere fretten zijn te handhaven. Hun territoriale gedrag veroorzaakt veel stress bij henzelf en bij de andere fretten.
Hoe kan een mannetje gecastreerd worden?
Tegenwoordig gebruiken we hiervoor hormoonimplantaten. Je kunt het zien als een “chemische” castratie. Deze implantaten onderdrukken de afgifte van geslachtshormonen. Het gedrag en de geur veranderen hetzelfde als bij een chirurgische castratie. Mannetjes vertonen duidelijk minder territoriaal gedrag.
Een implantaat is eenvoudig toe te dienen. Het is vergelijkbaar met het plaatsen van een identiteits-chip. Implantaten kunnen vanaf de leeftijd van 3-4 maanden worden geplaatst.
Bij mannetjes wachten we meestal tot ze duidelijk seksueel/territoriaal gedrag gaan vertonen.
Chirurgische castratie is niet meer aan te raden gezien de vele voordelen van het implanteren.
Voor meer informatie zie: hormoonimplantaten.